Zelfstandig ondernemer, geboren te 's-Hertogenbosch op 7 december 1921, overleden te Vught op 14 mei 2010, wonende te Amsterdam, ‘s-Hertogenbosch en Vught (NB), dochter van Johannes Wilhelmus Antonius Boelens en Johanna Maria Desmense. Annie is getrouwd te ‘s-Hertogenbosch op 4 mei 1943 met Nicolaas (Nico) Schiltmans, zelfstandig ondernemer, geboren te Tiel op 25 oktober 1912, overleden te ‘s-Hertogenbosch op 11 december 1986, zoon van Arie Johannes Schiltmans en Jacoba Maria van der Burgt.
Annie is vernoemd naar haar grootmoeder Boelens. Getuigen bij de geboorte-aangifte waren: haar ooms Jan van der Voort en Wim Boelens. Adres: Kolperstraat 9.
Trouwfoto Annie en Nico Schiltmans-Boelens; de vier zusjes van de bruid waren bruidsmeisjes, vl.n.r.: José en Riet Boelens, Nico Schiltmans, Annie Boelens, Fief en Toos Boelens.
Als oudste dochter van het gezin heeft Annie in haar jeugd altijd veel voor haar jongere broers en zusters moeten zorgen, omdat haar moeder actief was in de zaak. Zij hield erg van zwemmen, deed ook mee aan wedstrijden en was lid van de Bossche Reddingsbrigade (BRB). Af en toe moest ze ook meehelpen in de zaak. Ze heeft o.a. gestaan in het filiaal in Vught.
In de oorlog leerde ze haar man kennen met wie ze naar Amsterdam verhuisde. De oom van Nico had zeven groentezaken. Voordat hij Annie leerde kennen stond Nico al in één van deze zaken van zijn oom. Hij moest dat blijven doen want anders moest hij gaan werken voor de Duitsers en als je in de levensmiddelenbranche werkzaam was, hoefde dat niet. De zaak was gevestigd in de Sluisstraat. Annie had totaal geen verstand van groente. Nico was eens naar de veiling en Annie zag dat de kisten ‘stoofsla’ vol zaten met luis. Ze zette alle kisten buiten want de luizen begonnen al tegen de ramen omhoog te kruipen in de winkel. Dat er luis op de sla zat was heel normaal. De kisten werden binnengezet en de winkel was nog geen half uur open of de stoofsla was uitverkocht. Dochter Ans is in Amsterdam geboren. In de winter van 1944/1945, de hongerwinter, woonde het jonge gezin in Amsterdam, Den Bosch was toen al bevrijd. Ontberingen bleven hen niet bespaard. Eens ruilde Annie een dressoir tegen een paar pakjes boter. Maanden aan een stuk strenge vorst, geen verwarming, geen licht, geen gas, alleen koud water en haast niets te eten. In het begin hadden ze natuurlijk nog het langst van allemaal aardappelen en nog wat groente. Er is veel tomatenpuree gegeten.
Toen de capitulatie een feit was zei Annie: “En nu ga ik naar Den Bosch, al moet ik lopen.” Nico wilde dit niet hebben en ging op een fiets ‘met houten banden’ naar Den Bosch om hulp te halen. Een vriendin van Annie was in Amsterdam en stelde voor om met haar naar de Dam te gaan waar een grote manifestatie gaande was vanwege de capitulatie. Annie wilde niet mee, omdat ze Nico uit Den Bosch terug verwachtte. Gelukkig is ze niet mee gegaan want er zijn tientallen doden gevallen bij die manifestatie, omdat er nog veel gewapende Duitsers in de stad waren.
Annie had kennissen op de Amstelveense Weg. Zij hadden een herenmodezaak en Piet, Annie's broer, had met de dochter een flirt. Annie stond op de Amstelveense Weg tussen de Amsterdammers de bevrijders op te wachten. Op de eerste tank zat Piet Boelens te zwaaien naar zijn meisje, dat boven op het balkon van de herenmodezaak stond te kijken. Annie's vader had Piet een pak meegegeven voor zijn dochter, waar werkelijk alles in zat. Piet speelde een beetje de leuke jongen bij de stoottroepen, voerde niet veel uit en vader Jo had gezegd, dat hij maar eens moest zorgen, dat het pak bij zijn zuster in Amsterdam terecht kwam. Nou daar zat hij dan op de tank met zijn pak. Hij was helemaal de gevierde jongen, omhangen met bloemen en armbandjes die hij van de meisjes had gekregen. Hij was ook al met de bevrijders mee door Utrecht gegaan. Hij zette zijn stengun bij zijn zuster in de gang, vorderde van een Duitser een fiets en ging een paar dagen eens flink op stap in Amsterdam. Het was erg gevaarlijk in de stad. Overal waren nog Duitsers met wapens. Annie heeft eens gezien dat een Duitser ontwapend werd door mensen van de Binnenlandse Strijdkrachten. Toch wist de nazi nog ergens een klein revolvertje vandaan te halen en in een mum van tijd lagen er twee lijken. Piet is naar het hol van de leeuw gegaan in Amsterdam, het centrum van de Gestapo, om een auto te vorderen. Hij wilde zo naar huis zien te komen met zijn zuster en zwager met de kleine Ans. Hij kreeg het niet voor elkaar en heeft toen levensmiddelen gevorderd en bracht die allemaal bij zijn zuster en zwager. Maar Annie wilde alleen maar naar huis. Piet beloofde dat ze de volgende dag naar Den Bosch zouden gaan. Om zes uur ‘s morgens kwam Piet met een autootje voorgereden. Er zat ook nog een soort doorgangspas op de voorruit die je nodig had om te kunnen reizen. Niemand mocht nl. Amsterdam uit. Men was bang voor besmettingsgevaar door de ontberingen van de hongerwinter. Verder vreesde men dat degenen, die fout geweest waren in de oorlog, weg zouden vluchten. Piet zat achter het stuur en achter hem hing een gordijntje. Annie, Nico en Ans zaten op de achterbank en mochten niet gezien worden. Onderweg werden ze regelmatig aangehouden door controles. Piet stapte steeds uit de auto, praatte wat met de mensen en ze mochten weer doorrijden. Bij één post begon Ans aanstalten te maken om te gaan huilen. Ze werd bijna gesmoord. Doordat bepaalde wegen niet begaanbaar waren zijn ze vanuit Amsterdam via Arnhem en de Betuwe naar Den Bosch gereden. Toen ze door de Betuwe kwamen bleek deze helemaal geëvacueerd te zijn. Je kon zo de huizen inlopen en overal lagen mijnen. De auto stopte en er moest water bij. Piet liep zo’n huis binnen, haalde water, en de auto reed weer een stuk. Steeds als ze moesten stoppen, moest de auto aangeduwd worden, want dan deed hij het niet meer. Bij de verschillende posten moest daar iets op verzonnen worden, want Nico en Annie konden dan natuurlijk niet mee duwen. Voor een brug kwam er een grote Engelse legerwagen aan. Piet heeft het zo weten te regelen, dat het autootje op sleep genomen werd door de Engelse legerauto. Zo kwamen ze door de controles heen. Na nog een overredingspoging van Piet hebben de Engelsen hen bij vader Jo voor de deur in de Kerkstraat/hoek Krullaartstraat in Den Bosch afgezet. De reis had 12 uur geduurd. Dit avontuur heeft de gemoederen in de familie nog jarenlang bezig gehouden.
Op Ridderstraat nr. 12 begonnen Annie en Nico een textielzaak in een pand dat ze huurden van vader Boelens. In de beginjaren werkten ze nog op provisiebasis voor de zaak van vader. Al vrij snel echter veranderde Annie de zaak. Het werd een wol- en handwerkzaak, zoals daar voorheen ook gedreven werd door de dames Van Berge. De naam was ‘Het Handwerkhuisje’. De klanten moesten zelf hun uitgetrokken wol meebrengen en Annie had 50 breisters die truien breiden voor een tientje per stuk. Annie verkocht ze vervolgens in het Handwerkhuisje voor f 15. Nico had echter geen werk. Het idee ontstond om de kloosters te gaan bezoeken met handwerkspullen voor de scholen en instellingen die door de religieuzen geleid werden. In die tijd sloeg iedereen aan het handwerken. Er was nog aan van alles een tekort: Van fietsspaken werden breinaalden gemaakt. Meisjes op de lagere scholen kregen allemaal handwerkles. Nico heeft een uitgebreid rayon opgebouwd in heel Nederland. Hij had erg veel succes met zijn handel bij de kloosters. De zusters-portier in de kloosters kenden hem allemaal. Hij deed hen ook steeds handwerkspulletjes cadeau. Het gezin woonde boven de zaak. De winkel liep erg goed en heeft ongeveer 25 jaar bestaan.
In 1968 werd ook in het voortgezet onderwijs het vak handvaardigheid verplicht. Men richtte een groothandel op onder de naam Schiltmans en men sprong in deze nieuwe markt. Het werd een groothandel in handvaardigheidsmaterialen in de brede zin des woords, die gevestigd was in een pand in de Kruisstraat/hoek Eerste Korenstraatje, later Chinees restaurant. De oudste dochter Ans werkte mee in de zaak en bleek een zeer goede kracht. Later zouden zij en haar man de zaak gaan leiden.
Uithangbord ’t Handwerkhuisje, Ridderstraat 12.
Na een aantal jaren had de handel een zodanige vlucht genomen, dat men in 1970 verhuisde naar een compleet nieuwe bedrijfshal op het industrieterrein-West in Den Bosch aan de Moeskampweg nr. 1/hoek Rietveldenweg, een straat voorbij het pand van Annie's broers die daar de firma Gebr. Boelens hadden. Het assortiment was inmiddels sterk uitgebreid. Men had duizenden verschillende artikelen: kraaltjes, klei, emailleerovens, figuurzaagartikelen, tekenmaterialen, verf, penselen etc. etc. en ook nog steeds handwerkartikelen zoals wol, breikatoen en borduurzijde. Men verkocht bijna niet meer aan particulieren maar hoofdzakelijk aan grootverbruikers zoals scholen, ziekenhuizen (bezigheidstherapie) e.d. Winkeliers kwamen er haast niet, waardoor ook niet veel krediet gegeven hoefde te worden. Er was een prachtige showroom, waar ook wel in de avonduren cursussen gegeven werden, bij voorbeeld pottenbakken of poppen maken. Zeer veel scholen in Nederland kochten de materialen voor het vak handvaardigheid bij Schiltmans. Mensen die van ver kwamen en veel tijd nodig hadden om hun inkopen te doen konden bij Schiltmans Self Service een lunch gebruiken.
In de beginjaren van de groothandel bestond het Handwerkhuisje in de Ridderstraat ook nog steeds. Na het overlijden van Annie's vader, in 1973, werd het pand in de Ridderstraat haar eigendom, stopte ze met de winkel en verhuurde het pand.
Annie, Nico en Ans en haar man Karel Versteegen waren zeer actief in de zaak. De dagelijkse leiding berustte bij Annie en Ans. Moeder en dochter waren zeer creatief in het steeds maar weer vernieuwen van het assortiment en in het presenteren van hun zaak. Het was een bedrijf dat leefde en steeds in ontwikkeling was. Er werkten tientallen mensen. Annie heeft altijd met hart en ziel gewerkt. De zaak was haar lust en haar leven.
Nadat het pand in de Ridderstraat een aantal jaren verhuurd was geweest aan een ander winkelbedrijf, had de jongste dochter Jacqueline, die een tijd als internationaal secretaresse gewerkt had, zin om het Handwerkhuisje weer nieuw leven in te blazen. En zo startte deze leuke winkel weer. Veel Bosschenaren waren blij dit prettige winkeltje weer in de binnenstad te hebben. Jacqueline heeft nog ruim 10 jaar het Handwerkhuisje gerund en is vervolgens een wervings- en selectiebureau voor secretaresses begonnen.
In het begin van de jaren ’60 verhuisden Annie en Nico van de Ridderstraat naar Vughterweg 52. Achter hun huis maakten zij een verwarmd terras, van waaruit zij een schitterend uitzicht hadden op het Bossche Broek.
In 1984 hebben ze de groothandel verkocht aan dochter Ans en schoonzoon Karel Versteegen, die nog ongeveer tien jaar het bedrijf voortzetten om vervolgens het pand te verhuren. Op dat moment was Ans al teruggekeerd naar de detailhandel, terwijl haar man Karel nog de groothandel leidde. Ans opende rond 1990 aan de Vughterstraat 81 een mooie zaak in schildersbenodigheden en handvaardigheidsmaterialen onder de naam ‘De Kwast’.
Na het overlijden van Nico was Annie dikwijls op bezoek in die zaak van haar dochter, waar zij genoot van de bedrijvigheid. De kleinzonen Karel junior en Mike Versteegen, zonen van Ans en Karel, zetten ‘De Kwast’ voort.
In 2001 verliet Annie na 40 jaar het vertrouwde adres op de Vughterweg en verhuisde naar een zorgappartement in Vught.
Uit dit huwelijk:
- Johanna Maria Jacoba Clemens (Ans) Schiltmans, zelfstandig ondernemer, geboren te Amsterdam in 1944, wonende te Nuland (NB). Zij is getrouwd in 1965 met Karel Wilhelmus Maria Versteegen, zelfstandig ondernemer, geboren in 1938
- Jacoba Martina Catharina Maria (Jacqueline) Schiltmans, secretaresse, public relation manager, zelfstandig ondernemer, geboren te 's-Hertogenbosch in 1953, wonende te Vught en op Aruba. Zij is getrouwd in 1972 met Huib Doorenbos, zelfstandig ondernemer, geboren in 1950
| |